
Zondag 15 augustus 2010
Vandaag wacht het buureiland Tresco op ons. We willen de eerste boot van 10.00 uur vanaf de kade van St. Mary’s pakken om zo de hele dag te kunnen benutten. Terwijl wij ons aankleden en bedenken wat we mee willen nemen dat ook nog in de rugzak past, loopt Peter even naar de bakker voor wat verse ‘rolls’, oftewel broodjes.
We liggen keurig op schema en staan om 09.45 uur op de kade klaar. Maar ja, welke boot is de onze? Er liggen heel veel boten; van rubberbootjes en catamarans tot sloepen.

We screenen wat boten en Peter loopt naar een willekeurige schipper. Die boot blijkt naar St. Agnes te gaan, ook leuk maar niet onze bestemming voor vandaag. Hij legt ons uit dat onze boot nog moet komen maar dat hij zal aanmeren voor de grote catamaran. Nog geen 5 minuten later komt onze boot binnen, de Seahorse.

Tresco heeft meerdere kades en omdat het vloed is, worden we naar New Grimsby Quay, het midden van het eiland gebracht. Dat is gunstig want dat scheelt ons een hele tippel vanaf de zuidelijke kade Carn Near, waar we vanmiddag om 16.45 uur opgehaald worden. Het water hier wordt prachtig groen/blauw en het is ontzettend helder. Het haventje ligt heel idyllisch met zicht op het andere eiland, Bryher. Het schijnt dat je hier met volle maan en eb, zo naar het andere eiland kunt lopen. Geweldig, dat moeten we onthouden voor volgend jaar. Want een ding is wel duidelijk: we zijn sinds sinds onze landing afgelopen vrijdag spontaan verliefd geworden op deze eilandengroep.

Als we voet aan wal hebben gezet, gaan we op pad naar de Castles, of wat er van over is. Het wordt een beetje cliché maar het is hier zo prachtig. We wandelen weer over kleine slingerpaadjes, klimmen over rotsachtige ondergrond en worden regelmatig getrakteerd op bloeiende hei. De kleuren lijken allemaal wel veel intenser hier. De lucht is strakblauw en af en toe zien we een zeilboot beneden ons voorbij schuiven. Het tekent mooi af met zijn witte zeil tegen de rest van de omgeving.


We hebben de eerste Castle gevonden. Het is duidelijk niet onze definitie van een kasteel, want het is meer een vesting/burcht dat als taak had de doorgang tussen de twee eilanden te verdedigen. Niet meer en niet minder. Dus geen slotgracht met ophaalbrug, binnenplaats met kelders en oude vertrekken. Wel zijn er kanonnen, vooruit. Op een steenworpafstand verder de heuvel op staat het restant van het echte kasteel.

Van al dat klimmen en klauteren worden de meisjes hongerig en we lassen bovenop een klif een snackpauze in. Met uitizcht op zee en op grote hoogte genieten we van een broodje met Nederlandse kaas, want deze is ook mee op vakantie. Na het nodige krachtvoer en drinken gaan we verder.

We zijn op zoek naar Piper’s Hole, een grot die ergens aan deze kant van het eiland moet zijn. Het schijnt lastig te vinden te zijn, dus Peter daalt zo nu en dan langs de rotsblokken af om te speuren naar de ingang. Als hij denkt het gevonden te hebben, is het te gevaarlijk om er voor ons naar toe te klauteren. Jammerrr.

Dan maar en route naar onze volgende stop: het Island Hotel voor de lunch. Deze ligt halverwege het eiland en daarmee weer in de richting van de pier waar we opgehaald worden. De meisjes beginnen onderhand een beetje te sputteren: hebben het heet en zijn moe. We verruilen hun t-shirts voor een bikini topje en de slippers gaan uit. Gelukkig zijn we redelijk snel bij het Island Hotel.


Het blijkt echter ‘’sjiek de friemel’’ te zijn en de prijzen op de menukaart zijn al even sjiek. Gelukkig staan er ook minder luxe broodjes op de kaart: de meisjes kiezen een cheesy omelet en wij nemen een sandwich met Cornish Blue (kaas met blauwe spikkels) , schijfjes appel en chutney, hmmm. We zitten buiten op het gazon aan een mooie teakhouten tafel en uitzicht op zee.

We horen later van een gast dat hij GBP 550 per nacht betaalt (twee volwassenen + 1 kind) voor dit hotel. Wat een giller!

Na de lunch gaan we verder met onze wandeling. De volgende stop is het strand, vlakbij de pier waar we vanmiddag opgehaald worden. Ik wil graag de Abbey met zijn tuinen zien, wat een highlight van Tresco schijnt te zijn. De meisjes hebben hier weinig trek in en willen het liefst in een rechte streep naar het strand. We besluiten dat ik in mijn eentje ga kijken en dat zij lekker naar het strand gaan. Ik kan vanaf de Abbey ook doorsteken naar het strand. Het is een mooie wandeling er naar toe, brede paden en veel bos. Ik kom onderweg nog het Heli Platform tegen, die ik even voor Peter vastleg op de foto.

Als ik bij de entree van de Gardens aan kom, blijkt de toegangsprijs GBP 10 te zijn. Tien pond! Zo leuk vind ik aangelegde tuinen nou ook weer niet. Het was mijn bedoeling om er gewoon even door heen te lopen, ook om het ‘’gezien te hebben’’. Ik probeer nog door de boogvormige ingang te kijken of ik iets spectaculairs zie (flamingo’s op een stokje?), maar nee. Groen, bomen, bos en nog meer groen. Ik maak rechtsomkeer en zet koers naar het strand, dat wonderbaarlijk dichtblij blijkt te zijn.

In no time zit ik ook in mijn bikini op het strandlaken. Zo en nu even een uurtje niets. Peter leest een boek en de meisjes zijn lekker aan het scharrelen. Zo, ogen dicht en de warmte van de zon als een deken over me heen.